Lucia de B. verdient steun

Mensen die in de zorg werken, moeten het massaal opnemen voor Lucia de B. én openlijk schuld bekennen, aldus Dirk en Hugo van der Wedden.

 Sinds de Commissie-Grimbergen het Openbaar Ministerie heeft geadviseerd herziening aan te vragen bij de Hoge Raad (Voorpagina, 30 oktober), is het debat rond Lucia de B. weer in alle hevigheid losgebarsten. Maarten 't Hart - die de zaak in een eerder stadium al vergeleek met een heksenproces- pleitte voor directe vrijlating. Zijn pleidooi werd als vanzelfsprekend gesteund door de arts Metta de Noo en haar broer Ton Derksen, hoogleraar wetenschapsfilosofie (Vervolg, 3november). Daarnaast is er nu ook een groep hoogleraren statistiek opgestaan die het opneemt voor Lucia.

 Of ze daadwerkelijk vrij komt, laat staan op korte termijn, blijft echter de vraag. President Verburg van het Haags gerechtshof heeft immers flinke kritiek geuit op het werk van de commissie. Tevens zou het rapport volgens experts geen 'novum' bevatten: een nieuw feit dat juridisch noodzakelijk is om het proces over te doen. Gezien het gebrek aan juridische status an sich, kan het rapport daarom in theorie worden genegeerd.

 Vrijwel alle betrokkenen zijn inmiddels aan het woord geweest, maar van mensen uit de zorgsector zelf is vooralsnog weinig vernomen. Artsen, verpleegkundigen, maar ook vakbonden, ze houden zich opvallend stil. Terwijl er meer dan voldoende aanleiding is om verpleegkundige Lucia een hart onder de riem te steken. Op de eerste plaats zou zelfreflectie een goede reden zijn. Nu de veroordeling op z'n zachtst gezegd dubieus is, komt het handelen van de collega's van Lucia in een nieuw daglicht. Het was immers een verpleegkundige die Lucia na de dood van baby Amber verdacht maakte bij de directeur. Tijdens het proces zelf zijn er door collega-verpleegkundigen en artsen flink wat belastende verklaringen afgelegd. Zo zou Lucia volgens hen niet alleen oncollegiaal zijn, maar ook drugs gebruiken en geld en morfine stelen.

 Maar is er, gezien deze ernstige aantijgingen, in een eerder stadium ooit met Lucia gesproken over haar handelen? Bijvoorbeeld in een functioneringsgesprek? Is er ooit door een leidinggevende tegen haar gezegd: 'Het is, gezien het beeld dat is ontstaan bij je collega's, wellicht niet verstandig nog met patiënten in kritieke toestand te werken'? Wij hebben niet de indruk. Wij denken dat er alleen over de verdachtmakingen werd gesproken toen Lucia er niet bij was.

 Het is daarom treurig dat, nu enig bewijs lijkt te ontbreken, ongefundeerde roddels van haar eigen collega's nog meer dan voorheen het fundament vormen onder de veroordeling. De eigen verantwoordelijkheid in het ontstaan van deze rechterlijke dwaling zou dan ook voor de zorgsector aanleiding moeten zijn voor een openlijk mea culpa en om het massaal op te nemen voor Lucia. Wat dat laatste betreft geven de collega's van de aangeklaagde gezinsvoogd in de zaak-Savanna het goede voorbeeld.

 Mocht dit alles onvoldoende reden zijn voor de sector enige solidariteit met Lucia te tonen, dan is de jurisprudentie die voortkomt uit het proces dat wellicht wel. Want wanneer de veroordeling van Lucia en daarmee deze jurisprudentie (waarbij een verdachte wordt veroordeeld omdat zij aanwezig was bij de plotselinge , medisch onverklaarbare dood van patiënten) standhoudt, dan hebben artsen en verpleegkundigen een groot probleem. Het gebeurt namelijk geregeld dat patiënten, zeker wanneer ze ernstig ziek zijn, plotseling overlijden in aanwezigheid van een arts of verpleegkundige. Soms sterft iemand kort na een behandeling, of vlak na het toedienen van een medicijn. Autopsie biedt vervolgens geen enkele garantie. Een veel voorkomende fatale ritmestoornis is bijvoorbeeld onmogelijk achteraf vast te stellen.

 Fadoua Bouali - verpleegkundige en columniste van deze krant - beschreef al eens (Betoog, 31 maart) hoe ze door haar collega's voor de grap 'Engel des doods' werd genoemd, omdat ze tot twee keer toe aanwezig was geweest bij een plotseling overlijden. Wij hebben zelf ook collega's gehad die het iedere keer weer voor elkaar kregen dienst te doen op het moment dat iemand enigszins onverwacht stierf. Uiteraard werden daar met enige regelmaat grappen over gemaakt, ook door de collega's zelf. Maar stel dat zij net zoals Lucia niet goed in de groep lagen, en toch al heimelijk verdacht werden van drugsgebruik en diefstal?

 Een cumulatie van verdachtmakingen, zonder dat die ooit openlijk besproken wordt, maakt het reëel dat op dezelfde vage gronden een tweede Lucia veroordeeld wordt voor een seriemoord. Wederom een drama voor de collega in kwestie, voor de familie van de overledenen en voor de sector als geheel, die weer flink wat imagoschade op zal lopen. Het gebrek aan openheid binnen de zorgsector, in combinatie met de ontstane jurisprudentie, is een potentieel explosief mengsel, zeker, maar het is niet alleen uit eigen belang dat wij schuld van onze collega niet bewezen achten.
Lucia, onze steun heb je.

Geschreven op: 
20.11.2007